Veelvoorkomende NAS-termen uitgelegd

© PXimport

Veelvoorkomende NAS-termen uitgelegd

Geplaatst: 15 juni 2016 - 10:42

Aangepast: 14 december 2022 - 11:59

Jeroen Boer

Een NAS is een erg handig apparaat om te hebben, maar als je er één wilt aanschaffen, kom je een hoop termen tegen. Wij hebben een aantal van de veelvoorkomende termen die je kunt tegenkomen uitgelegd zodat een NAS voor jou geen geheimen meer heeft.

Opslag

EXT4 (bestandssysteem)

EXT4 of Fourth Extended File System is het bestandssysteem dat wordt gebruikt door vrijwel alle Linux-distributies. Onderhuids draaien de meeste NAS-apparaten op een variant van Linux en je komt de term EXT4 dan ook bij veel merken tegen in de specificaties van de NAS. Doorgaans wordt EXT4 gebruikt voor de interne schijven en is de usb-aansluiting ook compatibel met FAT32, NTFS, EXT3 en HFS+. Lees ook: Zo sluit je je NAS optimaal aan.

iSCSI

iSCSI staat voor internet Small Computer System Interface en is een technologie waarmee de SCSI-interface over een netwerk gebruikt kan worden. SCSI is een tegenhanger van SATA en iSCSI kun je dan ook beschouwen als een virtuele schijfaansluiting. Een voordeel van iSCSI is dat de netwerkopslag door het besturingssysteem wordt behandeld als een lokale schijf. Je kunt de schijf dus in het gewenste bestandssysteem formatteren en er op de normale manier een schijfletter aan koppelen. Ook is iSCSI vaak wat sneller dan andere protocollen waarmee je de NAS benadert. Nadelen zijn er natuurlijk ook. Zo kan er net als bij een lokale schijf maar één gebruiker tegelijkertijd met de iSCSI-schijf verbonden zijn.

Hot swapping

Hot swapping (ook wel hot plugging) betekent dat een harde schijf van een NAS verwijderd, verwisseld of toegevoegd kan worden terwijl de NAS aan staat. Bij een NAS die hot swapping ondersteunt, worden schijven gemonteerd in speciale lades zodat je de schijven eenvoudig kunt verwijderen. Bij een NAS zonder ondersteuning voor hot swapping dien je doorgaans de hele behuizing te openen en zijn de schijven vastgeschroefd. Sommige NAS-apparaten hebben zelfs ruimte voor een hot spare: een reserveschijf die al in de NAS geïnstalleerd is en automatisch de functie van een gecrashte schijf overneemt.

NAS

Een NAS (Network Attached Storage) is een opslagslagapparaat dat direct is aangesloten op het netwerk en één of meerdere harde schijven bevat. Een NAS is eigenlijk een simpele pc die veelal draait op een variant van Linux. De primaire functie van een NAS is het delen van bestanden. Omdat een NAS tegenwoordig meer een mini-server is, is er nog veel meer mogelijk. Zo is iedere NAS een mediaserver, kan het apparaat vaak zelfstandig downloaden via bittorrent en nieuwsgroepen, en kun je een eigen cloud opzetten. Bij de meer geavanceerde NAS-apparaten kun zelf in de vorm van packages extra mogelijkheden toevoegen. Een NAS is behalve voor jezelf ook te gebruiken met bijvoorbeeld je hele gezin. Je kunt voor iedere gebruiker een eigen gebruikersaccount aanmaken en ervoor zorgen dat gebruikers niet bij elkaars bestanden kunnen, en je kunt ook mappen aanmaken waar juist alle gezinsleden bij kunnen.

 

© PXimport

Een NAS is een op het netwerk aangesloten opslagapparaat.

RAID

RAID staat voor Redundant Array of Independent Disks en houdt in dat meerdere harde schijven samenwerken als één schijf. Er zijn meerdere vormen van RAID, deze noemen we RAID-niveaus. Er zijn twee redenen om RAID te gebruiken: extra veiligheid of extra snelheid. Voor een NAS is vooral het veiligheidsaspect interessant, de snelheid wordt doorgaans beperkt door de netwerkverbinding. Door de extra veiligheid kan er een schijf in je NAS kapot gaan zonder dat je data verliest, zo hoef je alleen maar de kapotte schijf te vervangen waarna je direct weer verder kunt werken met je NAS. Let er wel op dat RAID nooit een back-up is. Data is door RAID beschermt tegen het falen van een schijf, maar dat is natuurlijk niet het enige dat fout kan gaan. Bovendien is de 'kopie' live, als jij of een virus iets van de NAS verwijdert, dan wordt die data ook direct van de andere schijven in je RAID-setup verwijdert. Sommige NAS-fabrikanten zoals Synology hebben een eigen vorm van RAID die soepeler is bij het combineren van schijven met een verschillende opslagcapaciteit.

JBOD

JBOD betekent Just a Bunch of Disks en is een methode om schijven als het ware achter elkaar te plakken. Twee schijven van 2 TB kunnen dan gebruikt worden als één schijf van 4 TB. Omdat bij JBOD de bestanden niet verdeeld worden over meerdere schijven, is er geen snelheidswinst. Een bestand komt volledig op één van de schijven terecht. Het voordeel is dat je bij JBOD schijven van verschillende afmetingen aan elkaar koppelen tot één volume. Als er een schijf stukgaat, dan zijn de bestanden die op die schijf opgeslagen zijn, verloren. Je weet van tevoren niet welke bestanden dat zijn, dus in principe is je hele volume waardeloos.

RAID0

Bij RAID0 worden net als bij JBOD meerdere schijven gekoppeld tot één schijf. RAID0 kan gebruikt worden bij twee of meer schijven. Anders dan bij JBOD worden bestanden echter verdeeld over de schijven. Hierdoor is een RAID0-volume veel sneller in lezen en schrijven, omdat de schijven tegelijkertijd worden benaderd. Gaat echter één schijf stuk, dan ben je alle bestanden kwijt.

RAID1

RAID1 is de simpelste vorm van RAID die zorgt voor extra veiligheid. Bij RAID1 wordt van een schijf simpelweg een identieke kopie gemaakt op een tweede schijf. Het nadeel is dat dat je de volledige opslagcapaciteit van de tweede schijf verliest. Een dualbay-NAS met twee schijven van 2 TB geeft je bij gebruik van RAID1 dus netto 2 TB opslagcapaciteit. Gaat één schijf kapot, dan staan al je data nog op de andere schijf.

RAID5

Net als RAID1 is RAID5 een vorm van RAID die je data beschermen tegen uitval van één schijf. Je kunt RAID5 gebruiken bij drie of meer schijven en je verliest de opslagcapaciteit van één schijf. Heb je bijvoorbeeld een RAID5-opstelling van drie 2TB-schijven, dan heb je netto 4 TB opslagcapaciteit. De schijven moeten dezelfde opslagcapaciteit hebben.

RAID6

Net als RAID5 beschermt RAID6 je tegen het uitvallen van een schijf. Bij RAID6 ben je zelfs beschermd tegen het uitvallen van twee schijven. Je kunt RAID6 gebruiken vanaf vier schijven. Je verliest de opslagcapaciteit van twee van deze schijven. Ook hier moeten de schijven dezelfde opslagcapaciteit hebben.

SAN

Een Storage Area Network of SAN is een vorm van netwerkopslag waarbij de opslag los staat van de servers die de opslag aan het netwerk aanbieden. Door de server zelf wordt de SAN gezien als lokale opslag. Dit is een groot verschil met een NAS die gedeelde opslag aanbiedt via netwerkkoppelingen. Op de opslag die wordt aangeboden door een SAN kan het besturingssysteem van de server een eigen bestandsysteem zetten. Omdat de opslag van een SAN erg snel moet zijn, worden er doorgaans glasvezelkabels gebruikt voor het koppelen van de opslag. Een SAN is niet bedoeld voor thuisgebruik, maar wordt gebruikt in datacenters en grote bedrijfsnetwerken.

TLER

TLER dat staat voor Time-Limited Error Recovery is een techniek die moet voorkomen dat een schijf bij een lees- of schrijffout uit de RAID-configuratie wordt gegooid. Seagate noemt dezelfde technologie Error Recovery Control (ERC). Moderne harde schijven proberen bij een lees- of schrijffout de fout te herstellen. Daar is op zich niets mis mee, maar dit kan er wel voor zorgen dat een schijf een flinke tijd niet reageert. Bij een RAID-configuratie zijn de schijven afhankelijk van elkaar en als een schijf te lang niet reageert, dan wordt de schijf uit de RAID-configuratie gegooid. Bij WD's TLER wordt de tijd dat de schijf een fout probeert te herstellen beperkt tot zeven seconden zodat de schijf niet langdurig onbereikbaar is en om deze reden niet uit de RAID-configuratie wordt gegooid. De schijf heeft dan mogelijk de fout niet herstelt, dit moet dan door de RAID-controller gedaan worden. Overigens is TLER voor de meeste NAS-apparaten niet heel erg van belang omdat een softwarematige implementatie van RAID wordt gebruikt die al relatief lang wacht als een schijf even niet reageert.

Volume

Een volume is de logische opslagruimte waar je op werkt en waarop je gedeelde mappen aanmaakt, bestanden opslaat en packages installeert. Een volume kan net zo groot zijn als de beschikbare ruimte in je RAID-opstelling, maar doorgaans is het ook mogelijk om meerdere volumes in een RAID-opstelling aan te maken. Je kunt een volume dan vergelijken met een partitie op een enkele schijf.

Netwerk

AFP

Apple Filing Protocol (AFP) is een netwerkprotocol van Apple waarmee bestanden binnen een netwerk gedeeld kunnen worden. Omdat AFP enkel voor OS X bedoeld is, wordt het ook wel Mac-bestandsservice genoemd. OS X ondersteunt overigens ook SMB en NFS, waarbij SMB vanaf OS X 10.9 het standaardnetwerkprotocol is geworden. Gebruik je een Mac, dan dien je AFP of de Mac-bestandsservice meestal wel in te schakelen op je NAS. Niet om Mac-gebruikers toegang te geven tot gedeelde bestanden, maar om gebruik te maken van Time Machine. Deze back-upoplossing waarmee een Mac automatisch back-ups naar een NAS maakt, werkt vooralsnog enkel via AFP.

 

© PXimport

Bonjour

Bonjour is een netwerktechnologie van Apple waarmee netwerkapparaten automatisch gevonden en geconfigureerd worden. Dankzij Bonjour kan een Mac een NAS eenvoudig vinden en kun je gedeelde mappen (ook wel shares genoemd) selecteren in Finder zonder dat je bijvoorbeeld het IP-adres van de NAS hoeft in te voeren. Ondersteuning voor Bonjour is nodig als je gebruik wilt maken van Apple Time Machine om back-ups te maken op de NAS.

DDNS

Met een DDNS of Dynamic Domain Name Service koppel je een url aan je IP-adres. Hierdoor kun je je IP-adres van je netwerkverbinding en (indien je dit hebt ingesteld) je apparatuur in je netwerk bereiken via een url. Het bijzondere van een DDNS zit hem in het woordje Dynamic. Je internetverbinding heeft doorgaans een dynamisch IP-adres dat door je internetprovider veranderd kan worden. Door een DDNS-dienst te koppelen met je NAS (of router) wordt dit nieuwe IP-adres doorgegeven aan de DDNS-diens en blijven de ingestelde apparaten in je thuisnetwerk bereikbaar via de ingestelde url. Een DDNS-mogelijkheid is zeker handig als je de NAS wilt gebruiken als VPN-server. Sommige NAS-fabrikanten bieden een gratis DDNS-dienst.

FTP(S)

Het File Transfer Protocol (FTP) is een protocol voor het uitwisselen van bestanden tussen twee computers of netwerkapparaten over het netwerk. Hierbij is één apparaat server en het andere apparaat de client. Uiteraard kunnen bestanden beide kanten op uitgewisseld worden. Veel NAS-apparaten kunnen dienst doen als FTP-server waarbij je gebruikersaccounts kunt maken die toegang hebben tot bepaalde mappen. Doorgaans wordt ook FTP met encryptie (FTPS) ondersteund.

 

© PXimport

Link Aggregation

Sommige (duurdere) NAS-apparaten zijn voorzien van twee netwerkaansluitingen. Deze kun je combineren voor een hogere snelheid of een extra verbinding (failover) waarmee je voorkomt dat de NAS onbereikbaar wordt als de primaire netwerkverbinding uitvalt. Het combineren van twee netwerkaansluitingen wordt link aggregation genoemd.

Voor het combineren van twee aansluitingen tot één snellere aansluiting is ook een switch nodig die link aggregation ondersteunt. De NAS is dan met een snellere verbinding met je netwerk verbonden waardoor meer clients met een enkele netwerkverbinding tegelijkertijd sneller kunnen werken. Er zijn tegenwoordig ook pc's met een dubbele netwerkaansluiting, hiermee wordt het mogelijk om met een snelheid van 2 Gbit/s te communiceren met de NAS.

NFS

NFS of Network File System is een netwerkprotocol voor Linux waarmee bestanden binnen een netwerk gedeeld kunnen worden. NFS zorgt in combinatie met op Linux gebaseerde apparaten zoals bijvoorbeeld mediaspelers voor betere prestaties dan bij het gebruik van SMB. Je kunt beide netwerkprotocollen naast elkaar draaien op je NAS en dan per client bepalen wat het beste protocol is.

Rsync

Rsync is een programma waarmee bestanden tussen twee computers gesynchroniseerd kunnen worden. Hierbij is het mogelijk om indien er op beide computers een andere versie van hetzelfde bestand staat alleen het verschil tussen beide bestanden te versturen. Hierdoor gaat de synchronisatie sneller. Veel NAS-apparaten ondersteunen Rsync dat je kunt gebruiken om een back-up van je pc te maken of juist om de NAS te synchroniseren of te back-uppen naar een andere NAS.

SFTP

SFTP of SSH File Transfer Protocol is een netwerkprotocol voor het uitwisselen van bestanden dat beveiligd is met encryptie. SFTP lijkt qua werking op FTP, maar is niet compatibel en vereist aparte ondersteuning. Veel FTP-clients zoals het populaire FileZilla ondersteunen naast FTP ook SFTP waardoor de comptabiliteit in de praktijk geen rol speelt.

SMB (CIFS)

SMB staat voor Server Message Block en is een netwerkprotocol waarmee bestanden voornamelijk onder Windows gedeeld kunnen worden. SMB wordt vaak SMB/CIFS genoemd waarbij CIFS staat voor een specifieke oude variant van SMB die niet meer gebruikt wordt. Daarnaast kom je op sommige NAS-apparaten ook de term SAMBA tegen. SAMBA is een opensource-implementatie van SMB. SMB wordt vooral voor Windows gebruikt en je komt in de configuratieopties van NAS-apparaten dan ook vaak de aanduiding Windows-bestandsservice tegen. Apple is in OS X voor het benaderen van netwerkbronnen echter ook overgestapt naar SMB 2.0. Er zijn verschillende versies van SMB waarbij de nieuwere versies als SMB 2.0 (sinds Windows Vista) en SMB 3.0 (sinds Windows 8) sneller werken. Bij sommige NAS-apparaten kun je de variant van SMB instellen, zorg dan dat de nieuwere varianten ook ondersteund worden.

 

© PXimport

Time Machine is Apples ingebouwde back-upsoftware in OS X. Normaal gesproken maak je een Time Machine-back-up op een usb-schijf of op Apples eigen AirPort Time Capsule. Veel NAS-apparaten waaronder Synology en QNAP hebben ondersteuning voor Time Machine waardoor ze zich voor een Mac gedragen als een Time Capsule en je er over het netwerk automatisch back-ups heen kunt draaien. Een NAS moet onder andere AFP en Apple Bonjour ondersteunen om geschikt te zijn als back-updoel voor Time Machine. Over het algemeen werkt Time Machine in combinatie met een NAS goed, maar het wordt niet officieel door Apple ondersteund. Het is in het verleden wel voorgekomen dat Apple iets in de werking van Time Machine heeft veranderd waardoor er niet meer gecommuniceerd kon worden met NAS-apparaten. Dit is op te lossen met een update vanuit de NAS-fabrikant.

VPN

VPN staat voor virtual private network en is een manier om netwerkverkeer tussen twee plaatsen te versleutelen. Je kunt VPN gebruiken om veilig gebruik te maken van internet, bijvoorbeeld op een openbaar netwerk. De beheerder van dat netwerk ziet dan alleen de VPN-tunnel, maar niet de informatie die daar overheen gaat. Veel NAS-apparaten zijn voorzien van een VPN-server. Hierdoor kun je overal ter wereld surfen via je internetverbinding thuis. Dit kun je gebruiken voor meer privacy, maar ook om landrestricties te omzeilen en zo overal met een Nederlands IP-adres surfen.

 

© PXimport

WOL

WOL (Wake-On-LAN) is een netwerkstandaard waarmee een computer of netwerkapparaat zoals een NAS is in te schakelen via een ander apparaat op het netwerk. Hiervoor wordt een speciaal commando (een 'magic packet') naar de computer of NAS verstuurd. WOL moet door de NAS ondersteund worden, de netwerkadapter moet immers nog deels actief zijn als de NAS is uitgeschakeld om de opdracht te ontvangen.

Streaming en uitbreidingen

DLNA

DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard om mediabestanden te delen over verschillende apparaten. DLNA werkt met servers, spelers en controllers. Een DLNA-server draait op bijvoorbeeld je NAS en indexeert je films en muziek. Een DLNA-speler is bijvoorbeeld ingebouwd in je mediaspeler of smart-tv en kan verbinding maken met de DLNA-server waarbij je een menu te zien krijgt met alle aangeboden films en muziek. DLNA is in potentie superhandig voor streamen binnen je netwerk. Je zet je films op je NAS of pc en je kunt ze op je mediaspeler of smart-tv eenvoudig uit een bibliotheek kiezen.

 

© PXimport

In de praktijk is het zeker in combinatie met een smart-tv lastiger omdat het per mediaspeler of smart-tv verschilt welke bestandsformaten worden afgespeeld. Zo is het prima mogelijk dat mkv qua beeld en geluid werkt, maar dat ondertiteling niet wordt weergegeven. Een oplossing hiervoor is een DLNA-server die kan transcoderen. DLNA is nauwverwant aan UPnP en is op mediagebied hetzelfde. UPnP staat voor Universal Plug and Play en maakt het mogelijk voor netwerkapparatuur om elkaar te zien en verbinding te maken. In relatie met het afspelen en streamen van films en muziek is UPnP eigenlijk hetzelfde als DLNA. DLNA is een extra laag bovenop UPnP voor een betere samenwerking. DLNA vereist certificering, iets dat niet alle apparatuur of software heeft. Deze apparaten en software spreken dan over een UPnP-mediaserver.

Transcoderen

Transcoderen is het converteren van een mediabestand naar een ander formaat. In relatie tot een NAS wordt met transcoderen het realtime transcoderen van een audio- of videobestand bedoeld. Hierbij wordt een film realtime omgezet naar een formaat dat het afspeelapparaat ondersteunt. Het voordeel van realtime transcoderen is dat je films maar in één (optimaal) formaat hoeft te bewaren, terwijl je ze af kunt spelen op al je apparatuur, waaronder je smartphone en tablet.

Transcoderen is met name bedoeld om videobestanden af te spelen op apparaten die niet alle formaten ondersteunen. In het verleden waren dit doorgaans smartphones en tablets, maar die ondersteunen steeds meer bestandsformaten zelf zodat transcoderen niet meer nodig is. Transcoderen is toch nog steeds een veelgevraagde mogelijkheid door de populariteit van Googles Chromecast. De Chromecast is voornamelijk bedoeld voor streamingdiensten en heeft geen heel uitgebreide bestandsondersteuning waardoor ook populaire bestandsformaten al snel getranscodeerd moeten worden. Transcoderen vereist veel kracht en je hebt er dan ook een geschikte NAS als Synology's DS214play voor nodig. Je kunt op veel NAS-apparaten ook PLEX installeren, maar dat werkt doorgaans niet goed in combinatie met transcoderen omdat PLEX de hardwareversnelling van een NAS niet kan aanspreken.

PLEX

PLEX is een DLNA-mediaserver met ondersteuning voor transcoding die je kunt gebruiken in combinatie met alle DLNA-mediaspelers of speciale PLEX-afspeelapps. De PLEX-mediaserver kun je draaien op een pc, NAS en zelfs op een Raspberry Pi. De echte kracht van PLEX krijg je pas in combinatie met PLEX' eigen afspeel-apps die beschikbaar zijn voor smartphone, tablets, pc, smart-tv's, Googles Chromecast en spelcomputers. Je kunt dan via je smartphone in een fijne interface films 'casten' naar je televisie.

PLEX is grotendeels gratis, maar sommige mogelijkheden kosten geld. De PLEX-server kun je op veel NAS-apparaten van bijvoorbeeld Synology en QNAP installeren en zolang bestanden niet getranscodeerd hoeven te worden, is dit een fraaie oplossing. Voor het transcoderen van Full HD-films komen de meeste NAS-apparaten kracht tekort, terwijl dit doorgaans de meest voorkomende transcodering is. Dit komt doordat PLEX geen gebruik kan maken van speciale hardwareversnelling voor transcoderen die is ingebouwd in sommige processors die in NAS-apparaten gebruikt wordt. PLEX op je NAS in combinatie met een Chromecast is in ieder geval geen goed idee.

Packages

NAS-apparaten draaien veelal op Linux en bieden tegenwoordig een interface die doet denken aan een pc-besturingssysteem. Net als op een pc-besturingssysteem is het bij de betere NAS-systemen mogelijk om zelf eigen applicaties te installeren waarmee je de NAS voor allerlei taken kunt inzetten. Denk aan geautomatiseerd downloaden, e-mailservers en cms-systemen als WordPress. In navolging van bijvoorbeeld smartphones en pc-besturingssystemen worden packages steeds vaker apps genoemd. Dat is verwarrend, want diverse NAS-fabrikanten leveren ook apps voor iOS en Android waarmee je toegang krijgt tot diverse functies van een NAS.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten